talent topics logo
fundamentele eisen sport

Trainers en coaches, waar draait jullie sport echt om?

“Sport is the voluntary attempt to overcome unnecessary obstacles" - Het is een uitspraak die professor Bernard Suits deed in zijn boek The grasshopper (1978). Ik kende de man, het boek en de quote tot vandaag niet, maar ik zou willen dat ik de uitspraak eerder was tegengekomen, zo treffend vind ik het.

Of het nu gaat om basketbal, turnen of zwemmen: sport gaat om het bereiken van een doel binnen de gestelde spelregels. Die regels veroorzaken zogeheten ‘prestatieproblemen’. Ze vormen obstakels die we als sporter zijnde moeten omzeilen om alsnog ons doel te kunnen behalen.

Inefficiënt of niet, we zijn bereid de spelregels te accepteren. Niet omdat het moet maar omdat we het spel willen spelen. Sport omschrijven als een vrijwillige poging om onnodige obstakels te overkomen is dus zo gek nog niet. Sterker nog, het bekijken van sport als probleemoplossende activiteit is verfrissend en misschien zelfs essentieel als het gaat om prestatieverbetering.

 

Een wirwar van prestatieproblemen

Dat geldt zeker voor trainers en coaches. Hun werk wordt gevormd door de prestatieproblemen die een sporter tegenkomt. En die zijn er eindeloos, in alle vormen en maten. Wil je bijvoorbeeld een punt scoren in basketbal? Gooi de bal maar eens door de 3.05 meter hoge basket terwijl je springt én de verdediging omzeilt. Dat zijn zo al drie te overkomen obstakels in één actie. Sport is dus een wirwar aan prestatieproblemen en de grote uitdaging voor trainers en coaches is dan ook om door de bomen het bos te blijven zien.

Maar hoe doe je dat? De crux is om de complexiteit van de betreffende sport te versimpelen. Dat is waar coaches met meerdere internationale successen zich mee onderscheiden. Als sport een puzzel was, zouden zij consistent alle stukjes kunnen identificeren, begrijpen hoe die stukjes in elkaar passen en welke stukjes prioriteit hebben. Met ander woorden: deze coaches weten als geen ander overzicht, structuur en hiërarchie te scheppen in de enorme stapel prestatieproblemen van een bepaalde sport.

 

Een mentaal model van de prestatie

Het maken van een mentaal model van de prestatie kan daarbij helpen. Een mentaal model geeft een beeld over hoe jij naar de sport kijkt. Het bepaalt hoe je wilt dat het spel wordt gespeeld of hoe een vaardigheid wordt uitgevoerd. De meeste trainers en coaches hebben daar wel een idee van in hun hoofd, maar weinig van hen brengen dat onder woorden. Het maken van een mentaal model van de prestatie dwingt ons dat wel te doen en om de prestatieproblemen van de sport te definiëren. En juist dat is de sleutel tot versimpelen.


“Succesvolle coaches scheppen als geen ander overzicht, structuur en een hiërarchie in de enorme stapel problemen van een bepaalde sport”

 

Een mentaal model van de prestatie bevat de belangrijkste vaardigheden, kwaliteiten en gedragingen die je van een sporter wilt zien en die ze nodig hebben om succes te hebben in de sport. Het is een holistische aanpak die bestaat uit fysieke, technische, tactische en mentale skills die allemaal in de trainingsplanning moeten terugkomen. Met andere woorden: het vertegenwoordigt de fundamentele eisen van desbetreffende sport.

 

Het doel van het spel

Om tot de fundamentele eisen van een sport te komen, bepaal je eerst waar de sport echt om draait. Oftewel: het doel van het spel. Helemaal platgeslagen is dat in turnen bijvoorbeeld om zo hoog mogelijk scoren door moeilijke elementen te turnen met zo min mogelijk fouten. In balsporten zoals basketbal is dat om binnen de tijd vaker in het gebied van de tegenstander te scoren, terwijl je de score van de tegenstander in jouw gebied tot een minimum beperkt.

Vervolgens stel je vast wat de zogeheten ‘momenten van het spel’ zijn. Dit zijn belangrijke situaties in de wedstrijd waar een sporter zich in kan bevinden, zoals de aanval en verdediging in basketbal. Zowel de aanval als verdediging zijn op hun beurt complexe situaties met hun eigen kenmerkende structuur aan problemen. Ook hier geldt weer: probeer het te versimpelen.

 

Principes van het spel

Ieder ‘moment van het spel’ kun je opdelen in kleinere componenten. Zo kan de aanval in basketbal worden versimpeld naar vier problemen: 1) balbezit houden; 2) de speler met de bal ondersteunen; 3) de bal vooruit spelen en 4) door de verdediging breken en scoren. Dit noemen ze ook wel de ‘principes van het spel’. De principes van het spel kunnen sporters sturing geven in een chaotische en complexe situatie zoals de aanval.

De problemen die een aanvallende basketballer moet overkomen om te kunnen scoren, zijn anders dan die voor het verdedigen van de basket. Dat betekent dat de skills die nodig zijn om prestatieproblemen op te lossen, ook verschillen. Ieder moment van het spel heeft dus zijn eigen principes van het spel met bijbehorende skill-set. Zo kom je dus uiteindelijk tot de fundamentele eisen van de sport. Dit helpt het team rondom de sporter vaststellen welke fysieke, technische, tactische en mentale skills nodig zijn om het uiteindelijke doel van het spel te bereiken.

 

“Ieder moment van het spel heeft zijn eigen principes van het spel met bijbehorende skill-set”

 

Sport als puzzel

Als je een helder beeld hebt van de fundamentele eisen van de sport, wordt het oplossen van prestatieproblemen een stuk makkelijker. Je weet immers waar je naartoe werkt en wat daar voor nodig is. Vergelijk het met het maken van een Jan van Haasterenpuzzel. Je bekijkt eerst de afbeelding op de voorkant van de doos voor het begrip van het grotere geheel. Daarna bekijk je de vorm en kleur van de puzzelstukjes, groepeer je wat met elkaar te maken heeft en kies je waar je begint. Met andere woorden: je identificeert, ordent en prioriteert – net als die meervoudig succesvolle coaches.

Tijdens het puzzelen pak je keer op keer de voorkant van de doos er weer bij. Precies hetzelfde gebeurt als je sporters helpt bij het verbeteren van hun prestaties. Als trainer of coach val je keer op keer terug op een mentaal model van de prestatie. Het vormt de rode draad in jouw werk.

Door sport te beschouwen als probleemoplossende activiteit, worden we uitgedaagd dit beeld te blijven verscherpen en ontwikkelen. Het zorgt ervoor dat we sport weer gaan bestuderen. Dat we vragen stellen en beantwoorden waar we in de waan van de dag niet aan toekomen. Daarom vind ik de uitspraak van professor Bernard Suits zo treffend.

Dus trainers en coaches, ik ben benieuwd: waar draait jullie sport echt om?

 

Bronnen:
1) Tee, Jason & Ashford, Michael & Piggott, David. (2018). A Tactical Periodization Approach for Rugby Union. Strength and Conditioning Journal, 40(5).
2) Mallett, Cliff & Lara-Bercial, Sergio. (2016). Serial Winning Coaches: People, Vision, and Environment. Sport and Exercise Psychology Research (pp. 289-322).
3) Richards, Pam & Collins, Dave & Mascarenhas, Duncan. (2012). Developing rapid high-pressure team decision-making skills. The integration of slow deliberate reflective learning within the competitive performance environment: A case study of elite netball. Reflective Practice, 13(3).
4) Till, Kevin & Baker, Joe. (2020). Challenges and [Possible] Solutions to Optimizing Talent Identification and Development in Sport. Frontiers in Psychology, 11.

Op de hoogte blijven wanneer een nieuwe blog online staat? Kijk dan even hier.

Meer lezen?

Dit vind je vast ook leuk​