ask your athlete

Perioden van optimale ontwikkeling

Kun je bepaalde vaardigheden van een sporter beter ontwikkelen in bepaalde specifieke fases? Ofwel, bestaan er perioden van optimale ontwikkeling? Dat is een vraag die iedereen die iets te maken heeft met talentontwikkeling triggert. En dat is niet onterecht.

Als we het hebben over perioden van optimale ontwikkeling, zien we dat de wetenschap hier een pittige uitdaging in ondervindt. Tot nu toe is er namelijk weinig wetenschappelijk bewijs dat het bestaan ervan in de sport ondersteund. Toch heeft juist deze term zijn weg naar de sportpraktijk gevonden. Neem bijvoorbeeld de angst dat sporters hun volle potentie nooit bereiken wanneer bepaalde perioden in de ontwikkeling niet worden benut. Of de angst dat in sommige ontwikkelingsfasen een specifieke training de kans op blessures vergroot. Allemaal begrijpelijk, maar wat is waar?

 

Readiness

Voor we daar iets over kunnen zeggen, moeten we – denk ik – een paar stappen terug doen. Want discussiëren over perioden van optimale ontwikkeling heeft misschien weinig zin als een sporter nog niet “klaar” is om te leren. Ik doel hier op het readiness concept wat stelt dat een persoon het meest effectief en efficiënt leert als diegene fysiek, mentaal en emotioneel klaar is om te leren. Het readiness concept neemt aan dat ontwikkeling een opbouwend proces is waarbij – simpel gezegd – iets moeilijks ontstaat uit iets makkelijks. We hebben dus eerst een goede basis nodig voordat we aan de slag kunnen met complexe zaken. Een mooi voorbeeld hierin is het onderwijs: als kind leer je eerst tellen voor je leert rekenen.

 

Een basis voor de basis

Het lijkt misschien zo dat readiness alleen voor het leren van iets moeilijks van belang is, maar niets is minder waar. De basis moet namelijk óók ontwikkeld worden. Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt dat de kritische perioden waarin de bouwstenen van moeilijke taken worden ontwikkeld niet eerder plaatsvinden voordat de desbetreffende neurale circuits in ons zenuwstelsel daar helemaal klaar voor zijn. Een goed voorbeeld zie je bijvoorbeeld terug bij pasgeboren katjes. Hun ogen zijn onontwikkeld en overgevoelig voor licht wanneer ze worden geboren, dus het lichaam houdt hun oogleden stevig gesloten. Pas na zeven tot tien dagen, gaan de oogjes (deels) open. Kritische perioden zullen zich pas voordoen als het onderliggende systeem in kwestie klaar is om te profiteren van de ervaringen die de kritieke periode definiëren. Met andere woorden: oogjes gaan open als het onderliggende neurale circuit voor zicht klaar is om het zichtvermogen verder te ontwikkelen.

 

Alles op zijn tijd

Welke les kunnen we hier dan uit leren als het gaat om talentontwikkeling? Dat zit denk ik in een belangrijk besef. Het besef dat alvorens we kennis over perioden van optimale ontwikkeling kunnen toepassen, we moeten kunnen herkennen of sporters “klaar” zijn om bepaalde vaardigheden te leren. Dat is het begin, maar daar zijn we nog lang niet. Readiness is dus niet alleen in de sport, maar zeker ook in de kennisontwikkeling van toepassing.

Bron: Anderson DI, Mayo, AM. 2017. Windows of optimal development. In Baker J, Cobley S, Schorer J, Wattie N, (Eds.), Routledge Handbook of Talent Identification and Development in Sport (pp. 315-337). London: Routledge.

Op de hoogte blijven wanneer een nieuwe blog online staat? Kijk dan even hier.